Nederlands
6 min Leestijd De meeste mensen met zonnepanelen consumeren over het gehele jaar een grotere hoeveelheid stroom dan de zonnepanelen in een jaar produceren. Maar voor een klein deel geldt dat hun installatie wat ruim is uitgelegd ten opzichte van hun verbruik (of andersom: dat hun verbruik bescheiden is ten opzichte van de grootte van de installatie). Voor hen geldt dat er op de jaarafrekening van de energieleverancier uiteindelijk wat productie ‘over’ is. Ze krijgen daarom netto nog wat geld terug van de energieleverancier. Over het bedrag per kWh dat ze voor dit overschot kunnen verwachten, is de laatste tijd wat te doen geweest.
De Consumentenbond deed in 2022 onderzoek naar de teruglevertarieven in Nederland en constateerde dat er een aantal energieleveranciers was die wel een heel laag bedrag uitkeerden voor de netto teruglevering. Er zijn weliswaar geen vaste regels voor hoe hoog dit bedrag zou moeten zijn, maar als leidraad hanteert men vaak de ‘redelijke vergoeding’ waarover ook wordt gesproken in de voorstellen voor de afbouw van de salderingsregeling. Deze ‘redelijke vergoeding’ zou minstens 70 tot 80 % van het kale stroomtarief moeten bedragen. Veel energieleveranciers betalen echter veel minder dan dat: soms zelfs minder dan 15% van hun kale stroomtarief.
Nou maakte het tot voor kort allemaal niet zoveel uit, omdat de kale stroomprijs sowieso maar een paar cent per kWh bedroeg. Maar met de gigantisch gestegen prijzen van dit jaar beginnen de verschillen inmiddels behoorlijk op te lopen. Zo krijgt een klant van EnergieDirect bijvoorbeeld slechts 4,6 cent per kWh, terwijl een klant van Engie maar liefst 55,5 cent per kWh ontvangt!
Let op: deze prijsverschillen zijn alléén van belang voor wie méér produceert dan hij of zij verbruikt. Voor het overgrote merendeel van Zonnefabriek klanten geldt dat niet: wij raden in het algemeen aan om niet méér panelen te plaatsen dan nodig. Daarom is het alléén voor die klanten die netto terugleveren interessant om te zien of een contract bij een andere leverancier voordeel kan brengen.
Een andere oplossing die voor zulke klanten interessant kan zijn, is om te proberen hun energieverbruik te verschuiven: misschien kunnen ze met wat aanpassingen minder gas, en juist méér stroom verbruiken. Gas is tenslotte ook schreeuwend duur tegenwoordig, terwijl de gesaldeerde stroom gratis is. In plaats van een keteltje water op het fornuis te zetten, kan er bijvoorbeeld ook een elektrische ketel worden gebruikt. Misschien is het gasfornuis als geheel al aan vervanging toe: een inductiekookplaat zou dan een logische investering zijn.
Overigens zien we dat klanten steeds vaker voor relatief grote zonnepanelensystemen kiezen, ook al is hun huidige stroomverbruik nog laag. Dat is ook wel logisch: ondanks recente prijsverhogingen blijven zonnepanelen goedkoop. De kosten van zonnestroom zijn daardoor een stuk lager dan de prijs van stroom van het net, zeker de laatste tijd. Daar komt nog bij dat huishoudens zeer waarschijnlijk steeds meer stroom nodig zullen hebben in de komende jaren, voor zaken als laadpalen en warmtepompen. Het zou dus best kunnen dat er, ook al is het maar tijdelijk, nog heel wat ‘netto terugleveranciers’ bijkomen in Nederland. En dan is het goed om alvast bewust te zijn van wat er in de markt te koop is!
